1
Modelbaan planning en bouw / Re: Delen 01 t/m ? - Hoe en wanneer maak ik mijn kleinzoon een modelspoor liefhebber
« Laatste bericht door koosjong Gepost op Gisteren om 22:11:54 »Hoe en wanneer maak ik mijn kleinzoon een modelspoor liefhebber?!?
Deel 05 – Een stapje te ver met Analoog H0 modelspoor
Algemeen
Waar we in dit deel 05 naar gaan kijken is de vraag hoe ga je verder met een analoge H0 startset bij een kind van zeg 5-6 jaar.
Wat we in het vorige deel 04 hebben gezien is dat mijn kleinzoon niet bepaald onder de indruk was van de elektrisch aangedreven wissels en alleen de elektrisch aangedreven ontkoppelrails wat handiger vond. Dit omdat het handmatige knopje slechter toegankelijk bleek.
Inmiddels is hij toch weer getroffen door het treintjesvirus en begon hij spontaan weer met zijn houten IKEA spoor uitdagende routes te verzinnen. Het is eigenlijk ook H0, dus kan geen kwaad, dat hij daarmee heel eenvoudig gecompliceerde baantjes kan maken.
Dit ziet er toch best uitdagend uit:

De conclusie is dus dat hij primair op zoek is naar steeds weer nieuwe H0 baanplannen en dat de analoge H0 startset nog niet uitdagend genoeg is.
Wat is er nog meer uitdagend bij een analoge baan?
Wat ikzelf vroeger uitdagend vond was het automatisch laten wisselen van twee treinen, middels schakelrails en relais. Natuurlijk is het te voor de kleine jongen (om op te bouwen) een paar bruggen te ver. Echter je kan het wel een spektakel van maken; met ook nog een spelelement erin!
Daartoe heb ik dit ontwerp gemaakt met AnyRail7:

Bij dit baanplan is sprake van twee wisselstations. Dus zouden wel drie treinen elkaar kunnen laten afwisselen. Hierbij wordt voor het wisselen gebruik gemaakt van twee opties; namelijk werken met een separaat relais en gebruik maken van ‘denkende’ wissels.
Daarnaast maken we het nog wat leuker, door 4 seinen toe te voegen aan het geheel
Het onderste wisselstuk bij de trafo is geheel geautomatiseerd, middels reed magneet kontakten en een separaat relais, dat zowel het stroomloos maken van de railstukken verzorgt, maar ook het wisselen van de seinkleuren.
Bij het bovenste wisselstuk worden de wissels bediend door een knoppenkastje. Alleen de seinen worden aangestuurd door een separaat relais, dat weer door het knoppenkastje bediend wordt. We laten de 2 wissels wel gelijktijdig schakelen. De rechte wissel is ‘denkend’; later meer hierover.
Het spelelement zit hem erin dat met het knoppenkastje wel op tijd moet worden geschakeld. Natuurlijk gaan we kijken of dat wel goed gaat!?!
Nog geen denkende wissels
Alvorens te gaan kijken of alles in de praktijk werkt en of mijn kleinzoon er positief op reageert, wil ik ingaan op het verschil tussen het werken met en zonder ‘denkende’ wissels.
We gaan eerst even terug naar de eerste generatie Fleischmann Modellgleis wissels uit de vorige eeuw. De zagen er toen als volgt uit:

Wat gelijk opvalt is de aanwezigheid van de 4 draadklemmen naast het relais. Dit was toen (jaren 60 vorige eeuw!) best wel een leuk extraatje. Het geeft de mogelijkheid om het relais in de wissel ook te gebruiken voor het (gelijkstroom) stroomloos maken van railstukken, maar ook het schakelen van (wisselstroom) seinen. Het volgende schema laat dit zien:

In dit schema zien we de klemmen genummerd 1,2, 3 en 4. De klemmen 1 en 2 zijn via het relais gekoppeld met de bovenste rails. De klemmen 3 en 4 met de onderste rails. Aan de bovenste rails wordt een pool van de wisselstroom gekoppeld en het relais schakelt daarmee de seinen. Aan de onderste rail wordt juist de verbinding gemaakt met de stroomloze gelijkstroom stukken.
Het aansturen van de wisselrelais kan dus gebeuren met knoppenkastjes, maar ook door gebruik te maken van schakelrails, dan wel magneet reed kontakten.
De nieuwe generaties Fleischmann wissels hebben deze extra optie helaas verloren en de wissels hebben slechts nog een veel kleiner (uitwisselbaar) relais besturingselement. Daardoor is het toevoegen van een separaat relais nu noodzakelijk geworden, om dezelfde functionaliteit te realiseren. Die optie was er natuurlijk al middels:

Dit type heb ik toegepast in het onderste deel van mijn baanontwerp. In feite dezelfde schakeling als hierboven met het wisselrelais. Aansturing met reedkontakten (blauwe streep).

De rode punten zijn stroomonderbrekingen voor de stroomloze stukken. De blauwe stroom toevoeren van het relais zijn aan de zelfde railkant.
Wat moeten we nu met ‘denkende’ wissels?
Het is te begrijpen dat Fleischmann een alternatief zocht voor haar extra wisselrelais opties. Zij kwamen met het concept van de ‘denkende’ wissels. Bij dit concept is het mogelijk om stroomloze railstukken te creëren, afhankelijk van de stand van de wissel. Het voordeel is dat hierbij geen separaat relais meer nodig is.
Om een ‘moderne’ Fleischmann wissel ‘denkend’ te maken, moet deze wel gemodificeerd worden! Hierbij moeten 2 stroombruggen verwijderd worden. Doe dit alleen voor analoog bedrijf. Bij digitaal bedrijf is dit niet gewenst.
Die stroombruggen zijn niets anders dan verende ‘nietjes’, die het middenstuk van de wissel om en om verbindt. In het volgende plaatje wordt e.e.a. uitgelegd. Let wel op dat de ene keer de ‘+’ pool van de rails en de andere keer de ‘-‘ pool van de rails wordt uitgeschakeld. Dit laatste is niet het geval bij het eerdere gebruik van een separaat relais. Daar blijven we aan één zijde van de gelijkstroom polariteit.

De draadbruggen moet je na het verwijderen netjes opbergen. Dit om ze later weer terug te kunnen zetten. Dit gaat allemaal met een pincet, als het ‘nietje’ verend blijft!

In mijn baanontwerp hebben we het dus over het bovenste deel.

Hierbij zijn dus maar 2 (rode) stroomonderbrekingen in de rails nodig. Ook geen stroomtoevoer, daar dit via de wissel geregeld is. Wel om en om ‘+’ en ‘-‘. Wel blijft een relais nodig, als je seinen wilt schakelen. Hier met een oud Trix relais.

Inmiddels via Marktplaats een aantal hoofdseinen op de kop getikt! Dit type (FLM 1771) heeft de draadklemmen op het frame. Makkelijk als je de baan steeds weer moet afbreken.

Hoe werkt het allemaal in de praktijk?
Het was de bedoeling om vorig weekend alles op te stellen, maar dat is niet gelukt. Volgend weekend gaat dat hopelijk wel gebeuren.
Ik vind het toch leuk om jullie te delen in het plezier wat ik heb om die ‘oude’ analoge techniek weer te gebruiken.
Daarom alvast dit deel 05 en in deel 06 gaan we kijken naar de reacties van mijn kleinzoon en ook mijn dochter.
Zij heeft pas nog bevestigd dat zij merkt dat mijn kleinzoon gek op alles met treintjes is. Ze ziet zeker geen dwang in mijn activiteiten met hem. Daarom gaan we ermee door.
Ik wil natuurlijk niet ontkennen dat ik het zelf ook nog steeds de mooiste hobby vind, die er is!
Dus tot de volgende keer!
Groetjes van Opa Koos
Almere
Disclaimer
Eigenlijk had ik alles wat ik te vertellen heb over mijn analoge avonturen moeten droppen in het hoofdstuk ‘Modelbaanbesturing; Analoge Vraagbaak’. Ik hoop dat het forumbestuur me toch toelaat dat hier te plaatsen!?
Deel 05 – Een stapje te ver met Analoog H0 modelspoor
Algemeen
Waar we in dit deel 05 naar gaan kijken is de vraag hoe ga je verder met een analoge H0 startset bij een kind van zeg 5-6 jaar.
Wat we in het vorige deel 04 hebben gezien is dat mijn kleinzoon niet bepaald onder de indruk was van de elektrisch aangedreven wissels en alleen de elektrisch aangedreven ontkoppelrails wat handiger vond. Dit omdat het handmatige knopje slechter toegankelijk bleek.
Inmiddels is hij toch weer getroffen door het treintjesvirus en begon hij spontaan weer met zijn houten IKEA spoor uitdagende routes te verzinnen. Het is eigenlijk ook H0, dus kan geen kwaad, dat hij daarmee heel eenvoudig gecompliceerde baantjes kan maken.
Dit ziet er toch best uitdagend uit:


De conclusie is dus dat hij primair op zoek is naar steeds weer nieuwe H0 baanplannen en dat de analoge H0 startset nog niet uitdagend genoeg is.
Wat is er nog meer uitdagend bij een analoge baan?
Wat ikzelf vroeger uitdagend vond was het automatisch laten wisselen van twee treinen, middels schakelrails en relais. Natuurlijk is het te voor de kleine jongen (om op te bouwen) een paar bruggen te ver. Echter je kan het wel een spektakel van maken; met ook nog een spelelement erin!
Daartoe heb ik dit ontwerp gemaakt met AnyRail7:

Bij dit baanplan is sprake van twee wisselstations. Dus zouden wel drie treinen elkaar kunnen laten afwisselen. Hierbij wordt voor het wisselen gebruik gemaakt van twee opties; namelijk werken met een separaat relais en gebruik maken van ‘denkende’ wissels.
Daarnaast maken we het nog wat leuker, door 4 seinen toe te voegen aan het geheel
Het onderste wisselstuk bij de trafo is geheel geautomatiseerd, middels reed magneet kontakten en een separaat relais, dat zowel het stroomloos maken van de railstukken verzorgt, maar ook het wisselen van de seinkleuren.
Bij het bovenste wisselstuk worden de wissels bediend door een knoppenkastje. Alleen de seinen worden aangestuurd door een separaat relais, dat weer door het knoppenkastje bediend wordt. We laten de 2 wissels wel gelijktijdig schakelen. De rechte wissel is ‘denkend’; later meer hierover.
Het spelelement zit hem erin dat met het knoppenkastje wel op tijd moet worden geschakeld. Natuurlijk gaan we kijken of dat wel goed gaat!?!
Nog geen denkende wissels
Alvorens te gaan kijken of alles in de praktijk werkt en of mijn kleinzoon er positief op reageert, wil ik ingaan op het verschil tussen het werken met en zonder ‘denkende’ wissels.
We gaan eerst even terug naar de eerste generatie Fleischmann Modellgleis wissels uit de vorige eeuw. De zagen er toen als volgt uit:


Wat gelijk opvalt is de aanwezigheid van de 4 draadklemmen naast het relais. Dit was toen (jaren 60 vorige eeuw!) best wel een leuk extraatje. Het geeft de mogelijkheid om het relais in de wissel ook te gebruiken voor het (gelijkstroom) stroomloos maken van railstukken, maar ook het schakelen van (wisselstroom) seinen. Het volgende schema laat dit zien:

In dit schema zien we de klemmen genummerd 1,2, 3 en 4. De klemmen 1 en 2 zijn via het relais gekoppeld met de bovenste rails. De klemmen 3 en 4 met de onderste rails. Aan de bovenste rails wordt een pool van de wisselstroom gekoppeld en het relais schakelt daarmee de seinen. Aan de onderste rail wordt juist de verbinding gemaakt met de stroomloze gelijkstroom stukken.
Het aansturen van de wisselrelais kan dus gebeuren met knoppenkastjes, maar ook door gebruik te maken van schakelrails, dan wel magneet reed kontakten.
De nieuwe generaties Fleischmann wissels hebben deze extra optie helaas verloren en de wissels hebben slechts nog een veel kleiner (uitwisselbaar) relais besturingselement. Daardoor is het toevoegen van een separaat relais nu noodzakelijk geworden, om dezelfde functionaliteit te realiseren. Die optie was er natuurlijk al middels:

Dit type heb ik toegepast in het onderste deel van mijn baanontwerp. In feite dezelfde schakeling als hierboven met het wisselrelais. Aansturing met reedkontakten (blauwe streep).

De rode punten zijn stroomonderbrekingen voor de stroomloze stukken. De blauwe stroom toevoeren van het relais zijn aan de zelfde railkant.
Wat moeten we nu met ‘denkende’ wissels?
Het is te begrijpen dat Fleischmann een alternatief zocht voor haar extra wisselrelais opties. Zij kwamen met het concept van de ‘denkende’ wissels. Bij dit concept is het mogelijk om stroomloze railstukken te creëren, afhankelijk van de stand van de wissel. Het voordeel is dat hierbij geen separaat relais meer nodig is.
Om een ‘moderne’ Fleischmann wissel ‘denkend’ te maken, moet deze wel gemodificeerd worden! Hierbij moeten 2 stroombruggen verwijderd worden. Doe dit alleen voor analoog bedrijf. Bij digitaal bedrijf is dit niet gewenst.
Die stroombruggen zijn niets anders dan verende ‘nietjes’, die het middenstuk van de wissel om en om verbindt. In het volgende plaatje wordt e.e.a. uitgelegd. Let wel op dat de ene keer de ‘+’ pool van de rails en de andere keer de ‘-‘ pool van de rails wordt uitgeschakeld. Dit laatste is niet het geval bij het eerdere gebruik van een separaat relais. Daar blijven we aan één zijde van de gelijkstroom polariteit.

De draadbruggen moet je na het verwijderen netjes opbergen. Dit om ze later weer terug te kunnen zetten. Dit gaat allemaal met een pincet, als het ‘nietje’ verend blijft!

In mijn baanontwerp hebben we het dus over het bovenste deel.

Hierbij zijn dus maar 2 (rode) stroomonderbrekingen in de rails nodig. Ook geen stroomtoevoer, daar dit via de wissel geregeld is. Wel om en om ‘+’ en ‘-‘. Wel blijft een relais nodig, als je seinen wilt schakelen. Hier met een oud Trix relais.


Inmiddels via Marktplaats een aantal hoofdseinen op de kop getikt! Dit type (FLM 1771) heeft de draadklemmen op het frame. Makkelijk als je de baan steeds weer moet afbreken.

Hoe werkt het allemaal in de praktijk?
Het was de bedoeling om vorig weekend alles op te stellen, maar dat is niet gelukt. Volgend weekend gaat dat hopelijk wel gebeuren.
Ik vind het toch leuk om jullie te delen in het plezier wat ik heb om die ‘oude’ analoge techniek weer te gebruiken.
Daarom alvast dit deel 05 en in deel 06 gaan we kijken naar de reacties van mijn kleinzoon en ook mijn dochter.
Zij heeft pas nog bevestigd dat zij merkt dat mijn kleinzoon gek op alles met treintjes is. Ze ziet zeker geen dwang in mijn activiteiten met hem. Daarom gaan we ermee door.
Ik wil natuurlijk niet ontkennen dat ik het zelf ook nog steeds de mooiste hobby vind, die er is!
Dus tot de volgende keer!
Groetjes van Opa Koos
Almere
Disclaimer
Eigenlijk had ik alles wat ik te vertellen heb over mijn analoge avonturen moeten droppen in het hoofdstuk ‘Modelbaanbesturing; Analoge Vraagbaak’. Ik hoop dat het forumbestuur me toch toelaat dat hier te plaatsen!?