Beste Marcel en Theo,
Mijn bovenstaande antwoord was een beetje kort, ik zat in tijdnood, daarom nog een paar woorden over digitaal:
bij analoog regel je het niveau van de spanning op baan en zullen alle op de baan staande loks vergelijkbaar reageren.
in de digitale lok zit een "machinist" (de decoder) die niets anders doet als luisteren of zijn naam (het decoderadres) geroepen wordt, als zijn naam geroepen wordt dan luistert hij heel goed en voert de instructie uit die na het roepen van zijn naam geroepen wordt (bijvoorbeeld een verandering van snelheid)
de digitale centrale is het apparaat die de "namen" en bijbehorende "instructies" op de baan zet (dus de roeper), bijvoorbeeld je toetst de "naam" in van de lok waar jij de snelheid van wilt veranderen en draait wat aan de snelheidskop, de centrale "roept" dan die "naam" gevolgd door de gewijzigde "instructie", bij magneetartikelen werkt het net zo, een decoder met zijn eigen adres doet weer niets anders als luisteren of zijn adres geroepen wordt, zo ja, dan voert hij de aan dat adres gekoppelde instructie uit.
Dit is het basisprincipe van de digitale modelspoortechniek, meer is het in wezen niet, de berg die jullie zien is alle franje die er om heen gebouwd is, zoals b.v. mooie beeldschermen met mooie plaatjes.
Voor het automatiseren van een modelspoorbaan geldt een zelfde eenvoudige principe: een trein mag van punt A naar punt B als er tussen A en B geen andere trein is en er geen kruisend verkeer is (denk aan wissels) is, hoe ingewikkeld situaties ook kunnen zijn, het is altijd terug te voeren tot dit principe.
Ook hier geldt dat de berg die de meeste mensen in eerste instantie zien, de franje is die er bij gemaakt wordt, zeker in het geval van computers en automatiseringsprogramma's.
Daarom is mijn advies altijd voor zowel digitalisering als wel automatisering: begin simpel met één ovaal en ga pas verder als je daarvan alles, maar dan ook alles, snapt.
Groet, Anne W