Het is een leuke variant op de oorspronkelijke R. Paisley schakeling (zoals ik 'm ken),
goedkoop, effectief, en identiek voor alle treinen.
Toch is het zinvol om ook Tams-online in de gaten te blijven houden.
Tams ontwikkelt elektronica voor zowel analoogrijders als digitaalrijders.
Een van die ontwikkelingen loopt al jaren (en men komt daarin steeds verder):
Pendelautomatiek op basis van een locdecoder, en die decoder kan zowel analoog als digitaal functioneren.
De basis Tams truc berust niet op een diode aan de rails, maar op een magneet naast of tussen de rails, en een hallsensor of reedcontact in de loc.
Dat is de omgekeerde manier van de analoge toepassing van reedcontact (tussen de bielsen)
en magneet (onder aan de loc).
Als je erover nadenkt, dan zie je de genialiteit van de omkering.
Als een loc met reedcontact (of hallsensor) over een magneet rijdt,
dan schakelt een "rijrichting-relais" in de loc om,
en daardoor rijdt de trein de andere kant uit (pendelt).
De decoder maakt een wachttijd mogelijk, rijrichting omkering, of iets anders, in te stellen in een digitale omgeving,
waarna de instelling analoog zo blijft werken.
Dat komt uiteraard duurder uit dan jouw manier (want elke pendeltrein heeft minimaal 1 decoder nodig),
maar is wel individueel per trein in te stellen.
Treinen zonder reedcontact (of zonder decoder, of zonder daartoe ingestelde decoder) negeren de pendelopdracht.
Wat handiger uitpakt, is situatie bepaald.
Voor een simpel berg (eind-)station waar alle sporen eindigen op een stootblok, volstaat jouw oplossing prima.
In een schaduwstation waar trek-duwtreinen kunnen pendelen (kopstation-rol van doorgaand spoor),
in plaats van (zoals getrokken treinen wel moeten) door een lus te (moeten) rijden, kan het wel uit maken hoe je het doet.
Ook loc-omloop en loc-wissel als pendelmethode wordt analoog ineens een stuk simpeler te realiseren.
Uit Tams verklarend woordenboek (Glossar):
Onze Loc-decoders van de Serie 30+ hebben een geïntegreerde Pendelautomatiek.
Zo'n decoder heeft 2 schakelingangen.
Die ingangen bepalen de eindhaltes en de tussenhaltes van het pendelbedrijf.
De Pendelautomatiek kan aan een functietoets worden toegekend, en is op die manier in- en uitschakelbaar.
Afhandeling:
Zodra de toegekende schakelingang aangesproken wordt doordat reedcontact of hallsensor
onder in de loc een magnetisch veld waarneemt bij de rails, remt de locomotief af met een ingestelde remduur.
Na een ingestelde wachttijd vertrekt de locomotief met een vooraf ingestelde optrekversnelling.
Afhankelijk van de instelling kan de rijrichting wisselen of niet.
Als je zo'n loc analoog laat rijden, dan werkt de decoder ook, mits de functie vooraf is ingesteld.
Tams waarschuwt 3rail rijders dat je die decoder niet moet toepassen in een analoge omgeving waarin je andere locs met behulp van een rijrichting omkeringspuls van rijrichting laat wisselen, omdat de elektronica daar niet goed tegen kan.
Ik weet dat jij niet met Märklin rijdt (jij rijdt DC), maar als je dat wel zou doen, dan moet je voor het kunnen toepassen van Tams elektronica alle locs ombouwen naar DC (met minimaal 2 diodes, 1 per veldspoel), want omgebouwd volstaat het simpel ompolen om de andere kant op te kunnen rijden, en dan heb je die stroomstoot dus niet meer nodig.
Drierail-DC (het lijkt het oude Trix Express wel, maar dan slimmer) ....